30 april 2016 – Een dagje op excursie naar Lemmer, Friesland
Op zaterdagmorgen 30 april zijn Kees PA0CKV, Gerrit PA3DDP, Hans PD0NCF, Geeuwke PG3B, Jelte PD2JDO, Jaap PA3BQC, Piet PA3ANH en Wolter PA5WN om kwart over negen vanaf de Soma naar Lemmer vertrokken. Het doel van de reis was de voormalige mijnenveger van de Koninklijke Marine, MS Roermond. Het schip is vandaag de dag eigendom van het Zeekadettenkorps in Lemmer. Een van de leden van dat zeekadettenkorps is Jacob Breimer PE1OTB, oud lid van de VRZA afd. Zuid-Veluwe en een van de redenen van ons bezoek aan Lemmer.
Lang geleden hadden we al eens een uitnodiging gehad van Jacob om bij gelegenheid eens op het schip te komen kijken waar Jacob wat met amateurradio bezig is. Gecombineerd met een bezoek aan het Woudagemaal was er een mooie gelegenheid om naar Lemmer af te reizen. Aangekomen in Lemmer hebben we na enig zoeken het Schip gevonden. Jacob, die ons al zag aankomen op de parkeerplaats verwelkomde ons hartelijk en heette ons welkom op het schip. Na het nodige handen schudden ging Jacob ons voor naar het schip waar we werden opgewacht door Lora. Lora, een van de vrouwelijke zeekadetten aan boord zou ons rondleiden over het schip en waar nodig uitleg geven waar we ons bevonden en wat daar te zien of gedaan werd. Zodoende volgden wij Lora naar het achterschip waar door Lora en Jacob e.e.a. over de historie van het schip werd verteld. Vervolgens zijn we via de machinekamer, de machinistenwerkplaats, kombuis, officiersverblijf, manschappenruimtes, radiohut en stuurhut over en door het schip geleid. In elke ruimte was er tijd voor uitleg en stukje bij beetje kregen wij inzicht over het wel en wee aan boord en de regeltjes die er golden. Zo werd Wolter direct uit de kombuis gestuurd toen hij belangstellend een paar passen binnen had gezet. “Sorry u mag hier niet komen i.v.m. de hygiëne, kreeg Wolter te horen. Tja, een duidelijke geval van landrot aan boord van een schip. Ook is het verboden voor de mannelijke bemanningsleden om het gedeelte van het schip te betreden waar de vrouwen hun hut hebben. Andersom natuurlijk ook. Onze meeste belangstelling ging natuurlijk uit naar de radiohut.
Volgens Jacob was het schip, toen het 16 jaar geleden in handen van het Zeekadettenkorps kwam, geheel gestript. Niets van waarde was nog aanwezig. Nou, daar was in de radiohut niet veel meer van te zien. Naast de gebruikelijke marifoon aan boord van een schip was er een HF-set voorzien van een FD4 die van voorsteven over de brug naar het achterschip was gespannen en een VHF/UHF set die aan het einde van de coax vast zat aan een Diamond vertical voor 2m/70cm. Er waren zelfs drie seinsleutels aanwezig. Nee, geen moderne paddels maar echt ouderwetse Junker recht-op-en-neer sleutels. Of ze aangesloten waren heb ik niet kunnen zien en vergeten te vragen. Pal naast de radiohut heeft Jacob als verbindingsman de beschikking over zijn eigen hut met twee kooien. Logisch want vroeger moest de marconist natuurlijk dag en nacht in de buurt van de scheepsradio blijven om, zodra er een bericht binnenkwam, dit op te nemen en verder af te handelen. Nou, de kooi kon in ieder geval niet gebruikt worden om te slapen want deze lag bezaaid met documenten, coaxkabels en meer van dat soort prullaria waarvan iedereen denkt dat het wel weg kan maar in werkelijkheid voor ons van “onschatbare” waarde is. Ondertussen, we waren toen al een kleine twee uur verder, kwam ons binnenste langzaam maar zeker in opstand. We hadden afgesproken dat we van een lunch aan boord gebruik zouden maken en we zijn door Lora naar het officiersverblijf gebracht waar we gezamenlijk hebben gegeten en, zoals oude zeelieden dat ook kunnen, we sterke verhalen en anekdotes hebben opgehaald. Maar aan alles komt een eind en zo ook aan het bezoek van dit schip.
Na afscheid van de bemanning en Jacob te hebben genomen zijn we terug naar de auto gegaan op weg naar doel twee van de dag, het Woudagemaal.
De rit van het schip naar het Woudagemaal, het grootste, nog werkende stoomgemaal van de wereld, duurde slechts tien minuten. Het Woudagemaal zorgde en zorgt eigenlijk nog steeds dat de bewoners van Friese provincie droge voeten houden als er extreem veel regen is geweest en het overtollige water vanuit de provincie naar het IJsselmeer wordt gepompt. Vroeger was dit natuurlijk de Zuiderzee. In het moderne bezoekerscentrum, wat in schril contrast staat tot het in stijl van de Amsterdamse School gebouwde Woudagemaal, zijn we welkom geheten. De rondleiding door het gemaal die zou volgen werd vooraf gegaan door een 3D-video presentatie in het auditorium van het centrum. Dit filmpje duurde ongeveer 15 minuten en hierin kregen we de aanleiding te zien wat er toe zou leiden dat het gemaal moet worden opgestart. Een leuk en interessant filmpje wat eigenlijk te snel was afgelopen. Vervolgens zijn we rondgeleid door het gemaal. Vanuit het bezoekerscentrum, over een moderne loopbrug naar de enorme schoorsteen van 60 meter hoog en dan via het ketelhuis naar het stoomgemaal zelf. Op iedere plek werd uitgebreid verteld wat we zagen, waar het voor diende, en hoe het in zijn werk ging. De vier heel imposante stoomketels spreken natuurlijk enorm aan, mede door het verhaal van de rondleider. Als je je ogen dicht deed zag je wat hij vertelde bijna gebeuren. Zelfs de reuk van stoom, oud water, hitte en vuile olie kon ik me voorstellen.
De verteller ging ons vervolgens voor naar het werkelijke gemaal waar de door stoom aangedreven pompen stonden. Het aantal pagina’s in deze nieuwsbrief is te klein om te vertellen hoe mooi en vakkundig technici dit in 1920 konden bouwen. Zelfs het gewicht van het vliegwiel voor de pompen is op de kilo nauwkeurig uitgerekend om ervoor te zorgen dat de pompen ten opzichte van de stoommachine niet te hard, maar ook niet te snel zou draaien om precies in balans te komen. Het vliegwiel moest tenslotte niet gaan tegenwerken, maar mocht ook niet ook niet te snel lopen. Het Woudagemaal is tenslotte ook niet voor niets één van de tien Unesco
Wereld Erfgoed locaties van Nederland. In twee uur tijd hebben wij een stukje inzicht gekregen over de waterhuishouding van de provincie Friesland en in detail de rol van dit gemaal daarin. Gezien de tijd waarin dit bedacht en gebouwd is, petje af! Dit was een heel leerzame middag en zeker een aanrader, zelfs voor niet-techneuten. Aan het einde van de rondleiding hebben we nog een kop koffie in het centrum genomen en vervolgens weer naar huis gereden.
Om half zes waren we terug op de Soma en ging ieder zijn weg.
Wolter PA5WN